Betrokken
Op een zaterdag, in een niet zo fleurige periode in mijn leven, besliste ik om kaarsen te maken. Wanneer je probeert te begrijpen wat moeilijk te begrijpen valt, is het nuttig om te schakelen van denken naar doen. Uit het hoofd, in het lijf. Met volledige focus. Zalig! Als dat lukt.
Nog voor ik één kaars had gegoten, waren mijn creaties al in een perfect scenario gegoten. Zo hield ik reeds geruime tijd kaarsresten bij. Ook voor onze vaste pakjesbedeler werd mijn plan steeds duidelijker, naarmate hij meer gietmallen en kaarswieken aanleverde.
Terwijl in grootmoeders pannetje de eerste kaarsrestanten smolten, stalde ik in onze keuken de toolkits minutieus uit. Gretig bediende ik alle modellen met een teug vloeiend kaarsvet. Het kan aan de kwaliteit van de mallen hebben gelegen. Of aan mijn onhandigheid. Zelfreflectie is immer waardevol. Maar zo het gesmolten kaarsvet de gietvormen naar binnen liep, zo droop het even snel onderaan deze modellen naar buiten. Op het aanrecht, glijdend langsheen onze kasten, om te stollen op de ietwat koude vloertegels.
In een onvoorziene informele werkmeditatie schraapte ik het verspreide kaarsenarsenaal af: met milde open aandacht. Ik werd er zowaar rustig van.
Na het middagmaal begon ik aan de afwas. Onder andere van de gehavende mallen. Tot ik nattigheid voelde ter hoogte van mijn voeten. Tussen de kieren van de keukenkasten sijpelde gedecideerd de waterinhoud van de afwasbak naar buiten, om te stranden op onze recent nog propere vloertegels.
Met een getrainde beginnersgeest startte ik mijn tweede meditatiearbeid. Met dezelfde milde open aandacht. In de herwonnen kalmte van deze focus loste zich het verlangen op dat ik alle gegoten kaarsen als een symbolisch lichtpuntje met de fiets tot bij mijn dierbaren had willen brengen. Kwestie van elkaar niet los te laten in tijden dat we mekaar niet kunnen vastpakken.
Nadien opende manlief de afvoerbuis en haalde hij er een perfect gestolde kaars uit. Dé gegoten metafoor voor de waardevolle leerinzichten uit deze niet zo fleurige periode in mijn leven. Onder andere dat je een talent herkent aan de flow en energie die ze jou geeft. Dat het een vaak voorkomende valkuil is om talenten en competenties met elkaar te verwarren. Dat je een nieuwe competentie best niet op eender welk moment aanleert. Dat meditatie mij meer dan alles in mijn lijf brengt.
’s Avonds las ik op ons toilet het afgewerkte gezinsgalgje op het krijtbord: ‘Lachen met mutti’. Een veilige omgeving die betrokken confronteert als je morst met je talenten. Zalig! Als dat lukt.