C'est simple, je suis compliquée
Onze jongste dochter koos voor haar sweet sixteen een trui met daarop als opschrift: "C'est simple, je suis compliquée". Het niet verbergen dat je complex in elkaar steekt, het getuigt van enige zelfkennis en moed om daar als jonge meid onomwonden mee uit te pakken. Misschien hebben wij als volwassenen wel iets te leren van die autonome en mondige generatie Z waartoe onze jongste behoort. Want zitten we niet allemaal complex in elkaar? Is het niet beter om daar gewoon een erkentelijk statement van te maken in plaats van onszelf daarin te beoordelen?
En toch zijn we als kritische wezens zeer streng voor onszelf. Er schuilt immers in ieder van ons een innerlijke criticus die als commentator op onze persoon niet zo'n positieve taal spreekt. Een inwendige stem die ons onder de vorm van zelfkritiek soms klein houdt of in de zelfbeoordeling ook verlammend kan werken: een mening hebben over hoe we eruit zien, over wat we zeggen en doen of niet zeggen en doen, over hoe we wel of niet deugen, over hoe we wel of niet presteren, ... . En wijkt het actuele plaatje sterk af van het ideale plaatje dan zet onze inwendige recensent dat extra in de verf en zweept hij ons op om beter ons best te doen.
En toch heeft die innerlijke criticus het an sich niet zo slecht met ons voor: hij wil dat we graag gezien worden, dat we overleven, dat we iets bereiken in het leven. Alleen is hij in zijn goede intentie niet altijd even effectief. En zeker niet als de aandacht die we hem geven er één is van frustratie, onzekerheid of verdriet. Des te luider hij dan immers gaat spreken en hoe meer slaaf wij er dan van worden. Hoe meer vriendelijk wij echter tegen onze interne beoordelaar kunnen zijn, hoe stiller en gelijkmoediger hij wordt. En net daarin ligt de kunst om met die oordelende en strenge stem in onszelf te leren omgaan. Onze eigen criticus leren ontdooien door hem respectvol begrip te tonen, zijn goede bedoelingen te zien, hem een lieftallige naam te geven, ... of zijn woorden op je sweater te dragen: "Et alors, c'est simple, je suis compliquée." Met andere woorden, hem compassievol leren benaderen en toespreken. De Duitse dichter Rilke verwoordde dit vrij vertaald als volgt: "Wellicht is alles wat er aan verschrikking leeft in diepste wezen wel niets anders dan iets wat onze liefde nodig heeft."