Inspireren is mijn motor. Het liefst met eigen schrijfsels. Evengoed met een podcast, een film, een lied, een gedicht of andere kunst die prikkelt. Dingen die ontroeren, verwonderen, bezielen, verklaren, troosten, ... en waarvan ik  jou deelgenoot wil maken.

13 april 2018
Getuigenissen

#metaboe

Deze nieuwe Hastag houd ik vandaag boven de doopvont. Kort en bondig: om het taboe rond psychische kwetsbaarheid en onzichtbaar lijden mee uit de wereld te helpen. Noem het een soort van mild verzet door iets wat – vaak toebedekt - sluimert in onze maatschappij tastbaar te maken. Druppelsgewijs. Door woorden te geven aan pijnlijke kwesties los je ze niet op, maar je onttovert ze wel. Daarom deze getuigenis van Wende. Voor Nick, voor Saar, voor Kristina, voor Helena en voor (te) veel anderen. Wende is een fictieve naam -  alle begin is moeilijk. Haar relaas is reëel, individueel en tegelijk universeel. Bij Griet Op de Beeck, Renate Dorrestein en Peter Verhelst vond ze taal bij haar verhaal.

“In de maanden daarvoor had Wende de symptomen bang herkend. Het was immers niet de eerste keer. Toen de ziekte zich in alle hevigheid meester maakte over haar, kraakte ze. En ook al kende ze de helse waarheid, toch kwam de nieuwe diagnose ontluisterend helder aan. Ze moest denken aan de velen naast haar die hun bestaan opdelen in een leven voor en een leven na de diagnose. Ook zij leefde in een strak tijdskader. Haar dokter was radicaal rechtschapen geweest. Hij wist dat het alleen zo werkt voor haar. Ze noemt hem een dokter met empathische ballen aan zijn lijf. Hij zei: 'ook dit kan een ongeneeslijke ziekte zijn, bij 1 op de 4 loopt het immers niet goed af… .'

Dolend naar nergens sijpelde het verdict in de weken daarna binnen als een onzichtbaar infuus. Waarom hervallen? Wat verkeerd gedaan? Wie op de hoogte brengen? Hoe blijven werken? Hoe blijven leven?

Haar kleine vangnet was zorgzaam aanwezig. Naarmate de weken en maanden voorbij schreden, verdween de bekommernis en kwam het isolement. Iets wat niet in de signatuur van de ziekte staat opgelijst. Een soort van eenzaamheid die dieper inslaat dan alleen zijn waar geen misverstand over bestaat.

Ondertussen leert ze om niets of niemand iets kwalijk te nemen. De ziekte niet, zichzelf niet, haar vangnet niet. Hoe kan ze verwachten dat anderen begrijpen wat ze zelf moeizaam toelaat. Hoe kan ze boos zijn om samengevat te worden in meningen en clichés terwijl ze zelf zoekt naar volzinnen. Sommige verlangde woorden laten zich moeilijk vinden. Sommige verhoopte wederkerigheid laat zich niet profeteren. Sommig groot zeer durft zich alleen tonen als het helemaal zeker weet dat de omgeving veilig is.

'Misschien', zei haar eerlijke dokter, 'moet je jezelf als experiment eens kaal scheren. Dan zal er gegarandeerd meer aandacht zijn voor jouw zware depressie.'

Dit deed ze niet. Ze besloot om een extra reservoir te vinden waar haar moed opgeslagen ligt. Om verder haar verdoken broosheid te blijven verzorgen zoals ze bezig is.  Om minder omwegen te nemen en meer rechtlijnigheid. Om onomwonden en onverholen meer te getuigen over wat zich schuilhoudt in haar. In de stille hoop dat ook anderen dit verborgen stukje van haar meer leren zien, al is het maar met een fractie van een sterker volume.”