Slingeren in ons bestaan
Mensen vragen mij wel eens : zal ik veranderen door mindfulness? Soms twijfel ik om hierop te antwoorden en ben ik de wijze raad van de Boeddha indachtig : "Onthoud altijd wat ik je niet heb uitgelegd en waarom ik heb geweigerd je dat uit te leggen." Vaak is het beste antwoord geen antwoord... . Het gebeurt ook dat dergelijke vragen bij mezelf nieuwsgierig een innerlijk debat losweken.
Veranderen mensen door zich te bekwamen in mindfulness? Persoonlijk denk ik - met mijn ervaring ermee tot op heden - van niet. Wel zie ik mensen - waaronder mezelf - meer groeien naar wie ze au fond zijn.
Soms wijken we daarvan af. Onder invloed van levenservaringen of van eigen onzekerheden. We bouwen dan allerlei af - en verweermechanismen rond ons heen als een verstevigde burcht. Om ons niet te moeten, willen, durven, kunnen... tonen zoals we zijn. Of we dwalen af omdat we onszelf voorbij hollen en hoppen van het ene life-event naar het andere. Of we werken naarstig aan uiterlijke façades - vanuit de idee dat we zijn wat we hebben - en verliezen zo de verbinding met wie we ten diepste zijn.
Een ingrijpende gebeurtenis in het leven kan ons danig door elkaar schudden en ons terugwerpen op existentiële vragen : wie ben ik (echt)?, welke richting geef ik aan mijn leven?, wat is zinvol voor mij?, ... . Evenzo met mijlpalen in het leven, of momenten van diepe ontroering, verwondering, vreugde, pijn, ... . Ook het "verlangzamen" in meditatie kan ons uit het dolen halen en tot inzicht brengen dat we van onze kern zijn afgeweken. Om dan met mededogen en mildheid even vertragend terug te slingeren in de richting van wie we werkelijk zijn.
In het boekje "Echt" werkt Guillaume Van der Stighelen deze zoektocht naar onszelf op een knappe manier uit :
"Dit is de motor van het Grote Mechanisme. Alles is in beweging en beïnvloedt alles. We zijn allemaal slingers en we hangen allemaal aan een touw. We worden uit ons lood geslagen door het slingeren van anderen en dan willen we zo snel mogelijk terug naar het rustpunt. Zo snel dat we er als gek aan voorbijrazen, even snel als we de andere kant uitgaan. Want hoe dichter we het door ons zo begeerde rustpunt naderen, hoe groter onze snelheid. Zo is het leven dus. Uit evenwicht gebracht worden, zoeken naar het rustpunt - naar de echte ik - en daarbij gestoord worden door een massa andere elementen die wanhopig op zoek zijn naar hun eigen absolute evenwicht - sommigen vlakbij, anderen ver weg. Dat absolute evenwicht, daar ligt de sleutel. Het punt waarbij niets nog wil bewegen. Waarbij alles stil is. Als elke rimpel van het water is verdwenen, als geen blad meer ritselt. Als geen mens meer rent en geen motor draait. Geen hamer slaat, geen klok luidt. Als alle slingers tot rust zijn gekomen."
En als reactie op deze blog kreeg ik van een van mijn deelnemers een mooie column van Griet Op De Beeck uit De Morgen toegestuurd.